Vastgoed, ook onroerend goed of onroerende zaak genoemd, omvat de grond en de gebouwen (opstal) op deze grond. De term vastgoed of onroerend goed verwijst naar het niet-verplaatsbare karakter van deze goederen. De term ‘goed’ of ‘zaak’ verwijst naar het materiële karakter. Vastgoed betreft dus niet-verplaatsbare materiële zaken. De term immobiliën is een synoniem voor vastgoed, en wordt vooral in Vlaanderen gebruikt. Ook deze term verwijst naar het immobiele, niet-verplaatsbare karakter van vastgoed.
Volgens het Nederlandse Burgerlijk Wetboek:
“Onroerend zijn de grond, de nog niet gewonnen delfstoffen, de met de grond verenigde beplantingen, alsmede de gebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn verenigd, hetzij rechtstreeks, hetzij door vereniging met andere gebouwen of werken.” (Nederlandse B.W., boek 3, art. 3, lid 1)
Met ingang van 1 januari 1992 is het begrip goed in het Nederlandse Nieuw Burgerlijk Wetboek (NBW) gewijzigd in zaak, waardoor sindsdien gesproken moet worden van onroerende zaken in plaats van onroerende goederen. In Nederland heeft het begrip “vastgoed”, anders dan het begrip “onroerende zaak”, geen juridische betekenis.
De zakelijke rechten die op een onroerende zaak zijn gevestigd (zoals eigendomsrecht, recht van opstal, appartementsrechten, recht van vruchtgebruik en recht van erfpacht) worden opgenomen in het kadaster.
Volgens vaste jurisprudentie is de verbondenheid geen vereiste meer om een zaak als onroerende te betitelen. Een woonboot of stacaravan die gedurende langere tijd op dezelfde plek verblijft is daarmee onroerend. Door natrekking worden alle zaken die met de grond duurzaam verenigd zijn eigendom van de eigenaar van de grond tenzij daarvoor een opstalrecht is gevestigd.
We kunnen u adviseren en eventueel verder helpen bij kwesties binnen het vastgoedrecht.